Eerder schreef ik over opslag, waarbij keus en inrichting
vaak (mede) bepalend zijn voor de prestaties in de keten. Een keus die
ook vaak verstrekkende gevolgen heeft omdat het hier meestal om grote
investeringen gaat en migreren van de ene oplossing naar de andere veel
tijd en geld kost. Een storage architect kan helpen bij het maken van de
juiste keus maar deze blijft uiteindelijk afhankelijk van de input die
door organisatie gegeven wordt.
En juist daar lijkt het steeds mis te gaan want met confectie in de
vorm van virtualisatie denken we wonderen te kunnen leveren maar blijken
de onmogelijkheden, in de vorm van capaciteitsmanagement, meer tijd te
kosten. Het is dus niet zo zeer de architect die het verschil maakt want
het zijn uiteindelijk de processen die de informatie moeten aanleveren.
Regeren is nu eenmaal vooruit kijken maar performance testen staan
helaas als laatste op de planning, als er überhaupt al aan wordt
gedacht.